Als vier dagen Horecava je iets leert is het wel dat je er niet heen moet om goed te eten. Niet per se verrassend, het is immers een beurs en geen restaurant (ook al is het een beurs voor restaurants). Wat een feest is het dan als je in de avond wel echt kan eten. Ik at goed in het Hotel V waar ik sliep, goed thuis bij mijn vriend en bon bistronoom Thomas en best met mijn broer Alewijn en zijn fine dining maat Boudewijn in Wils. 
Wils zit in het uiterste hoekje van Amsterdam, nog net binnen de ring, waar iedereen gouden bergen voorziet (hoi Zuidas), maar waar restaurants uitbaten anno 2020 nog niet meevalt. Zo niet Wils, dat met cateraar Vermaat achter de cijfers en chef Joris Bijdendijk achter de culinaire - “Low” - visie, dag op dag ramvol zit sinds de opening halverwege 2019. 
Je proeft Joris overal terug, maar het is geen Rijks. De Australische schwung van chef Erwin en de jaren bij The Dylan van chef Friso geven de gerechten een bredere kijk. Werelds Hollandse smaken. Die smaken worden met bravoure en spektakel in de gerechten gevlamd. Het restaurant is lang en smal, eerder vormgegeven als een baan om te hink-stap-springen dan als een basketballveld. De keuken zit uitgestrekt aan de lange zijde. Veel gasten kunnen zo aan de chefs table zitten. Alwaar de chefs en sommeliers je continu van aandacht en uitleg voorzien.

Ik at het menu in vier gangen. A&B naast me kozen à la carte, wat het geheel nauwelijks duurder maakt. Mijn favoriet was bijgaande combinatie van hamachi en uiensoep. En niet vanwege de Hollandse kweekvis die als sashimi goed maar wat keurig was uitgevoerd en overigens fijn combineerde met de soep. Wel vanwege de intense uiensoep: een plantaardige bouillon uit eindeloos geroosterde uien aangemaakt met onder meer extra vierge zonnebloemolie uit Amsterdam. 
Ik proef hem vier dagen later nog.

#debuikvanamsterdam #wils #olympisxhstadion #horecava

Als vier dagen Horecava je iets leert is het wel dat je er niet heen moet om goed te eten. Niet per se verrassend, het is immers een beurs en geen restaurant (ook al is het een beurs voor restaurants). Wat een feest is het dan als je in de avond wel echt kan eten. Ik at goed in het Hotel V waar ik sliep, goed thuis bij mijn vriend en bon bistronoom Thomas en best met mijn broer Alewijn en zijn fine dining maat Boudewijn in Wils.
Wils zit in het uiterste hoekje van Amsterdam, nog net binnen de ring, waar iedereen gouden bergen voorziet (hoi Zuidas), maar waar restaurants uitbaten anno 2020 nog niet meevalt. Zo niet Wils, dat met cateraar Vermaat achter de cijfers en chef Joris Bijdendijk achter de culinaire - “Low” - visie, dag op dag ramvol zit sinds de opening halverwege 2019.
Je proeft Joris overal terug, maar het is geen Rijks. De Australische schwung van chef Erwin en de jaren bij The Dylan van chef Friso geven de gerechten een bredere kijk. Werelds Hollandse smaken. Die smaken worden met bravoure en spektakel in de gerechten gevlamd. Het restaurant is lang en smal, eerder vormgegeven als een baan om te hink-stap-springen dan als een basketballveld. De keuken zit uitgestrekt aan de lange zijde. Veel gasten kunnen zo aan de chefs table zitten. Alwaar de chefs en sommeliers je continu van aandacht en uitleg voorzien.

Ik at het menu in vier gangen. A&B naast me kozen à la carte, wat het geheel nauwelijks duurder maakt. Mijn favoriet was bijgaande combinatie van hamachi en uiensoep. En niet vanwege de Hollandse kweekvis die als sashimi goed maar wat keurig was uitgevoerd en overigens fijn combineerde met de soep. Wel vanwege de intense uiensoep: een plantaardige bouillon uit eindeloos geroosterde uien aangemaakt met onder meer extra vierge zonnebloemolie uit Amsterdam.
Ik proef hem vier dagen later nog.

#debuikvanamsterdam #wils #olympisxhstadion #horecava


By gijsbregt on 18-01-2020 09:53 - 13 views
Share
Comments
Leave a comment
Please login or leave some info

 Name (required)
 E-mail (required, never displayed)